Een speculaas pop hoort er zeker bij met Sinterklaas. Vol gelegd met amandelen.
Geschiedenis:
Over de oorsprong van het woord ‘speculaas’ doen vele verhalen de ronde. De meest aannemelijke is dat het afkomstig is van het Latijnse woord voor spiegel; speculum. De speculaasvorm is dus een afbeelding van de werkelijkheid. Dit is tevens een verwijzing naar de prachtige speculaaskoeken en koekplanken die in vroegere eeuwen door artistieke bakkers, houtbewerkers en marskramers werden gesneden uit vruchtbomenhout.
De oudste plank dateert van omstreeks 1600. Vaak waren de voorstellingen op de speculaasplanken een weergave van het leven van alledag: molens, bloemenmanden, soldaten, wapens en soms ook sexueel getinte afbeeldingen. Uiteraard werd ook de populaire bisschop uit Myra, Sint Nicolaas, veelvuldig weergegeven.
Suikerkoekje
Iedere bakker ontwikkelde door de geschiedenis heen zijn eigen geheime receptuur. Om echter de voorstelling goed scherp uit de koekplanken tevoorschijn te laten komen werd er vroeger in ieder geval veel meer suiker aan het deeg toegevoegd dan tegenwoordig. Speculaas was destijds een hard gebak maar vorm en artisticiteit telden meer dan de smaak. Genoeg’lijk waren ook de zogeheten verguldavondjes die al in het boek De Camera Obscura van Hildebrand werden genoemd.
Grote speculaaskoeken in de vorm van diligences, vrijers, zeilschepen en Sinterklazen werden fraai versierd met goudpapier, glazuur, nootjes, rozijnen etc. Deze typische Nederlandse traditie verdween eind 19e eeuw met de komst van de eerste speculaasmachines. Voor deze machines met metalen walsen moest een deeg gebruikt worden dat meer boter bevatte. Hierdoor vloeiden afbeeldingen uit tijdens het bakken en werden minder duidelijk.
VOC
Ons geliefde speculaasje dankt zijn smaak aan een bijzonder mengsel van tal van exotische kruiden. Men vermoedt dat (een deel van) deze kruidensamenstelling al bij de Romeinen bekend was. Dankzij onder meer de kruisvaarders werden specerijen als kaneel, nootmuskaat, kruidnagelen en kardemom bekend in West-Europa. Ze bleven echter vooralsnog ‘peperduur’.
Met de tochten van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) in de 16de en 17de eeuw konden echter enorme hoeveelheden specerijen naar de Amsterdamse stapelmarkten verscheept worden en daalden de prijzen drastisch. De opmars van speculaas kon beginnen!